Alles Over Geschiedenis Geplaveide steegje - Alles Over Geschiedenis Banier

De Verlichting


De Verlichting – Wat was deze "Eeuw van de Rede"?
De Verlichting, ook wel de "Eeuw van de Rede" genoemd, was een 18e-eeuwse beweging die hard kwam opzetten na het mysticisme, de godsdienstigheid en het bijgeloof van de Middeleeuwen. De Verlichting was een nieuw begin wat betreft de manier waarop de mens zichzelf, het universum en de zoektocht naar kennis beschouwde. In deze periode konden de vroegere ideeën van de mens over gedrag en het denken in gesproken en geschreven vorm worden uitgedaagd; er bestond geen vrees meer om als ketter te worden bestempeld of om aan de staak te worden verbrand. Dit was het begin van een open maatschappij waarin individuen de vrijheid genoten om hun individuele geluk en vrijheid na te streven. Zowel op politiek als sociaal gebied hadden de imperiale concepten van de Middeleeuwse wereld het veld geruimd. In deze tijd vonden grote veranderingen plaats in de wetenschappelijke gedachte en exploratie. Nieuwe ideeën verschenen aan de horizon en de mens was gretig om deze ideeën in vrijheid te onderzoeken.

De Duitse filosoof Immanuël Kant definieerde de Verlichting als volgt: “Verlichting betekent dat de mens zich bevrijdt van de onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft. Onmondigheid is het onvermogen om zonder advies van anderen het eigen begripsvermogen te gebruiken. Deze onmondige toestand is aan de mens zelf te wijten wanneer de oorzaak ervan niet te vinden is in een gebrek aan begrip, maar in een gebrek aan vastberadenheid om dit begrip zonder de hulp van anderen te gebruiken.”

De Verlichting hoeft niet noodzakelijkerwijs beschouwd te worden als een hoogtepunt in de geschiedenis van de mens. De mens begon een overdreven geloof in de perfectie van de mens te ontwikkelen. Dat geloof was gebaseerd was op rede en helder denken; verheugd verlieten zij hun vertrouwen in de Bijbelse waarheid en verloren zij hun vrees voor God. Terwijl ze de Middeleeuwse extremen van het mysticisme en het bijgeloof achter zich lieten, zwaaiden ze volledig de andere kant op, naar de andere extremen van rede en rationaliteit. Zij verloren de subtiele tussenliggende grijstinten volledig uit het oog.


De Verlichting – Rede, rationaliteit en verlichting
De Verlichting bracht een enorme verandering in het verhaal over het verblijf van de mens op aarde. Rede, rationaliteit en Verlichting werden de nieuwe "goden". In de zeventienhonderd voorafgaande jaren werd de perfectionering van de mens gezien als iets wat alleen door Gods genade na de dood kon worden verkregen. De Protestantse opstand tegen de Katholieke Kerk en de daaropvolgende "heilige oorlogen" hadden niet tot een veranderende houding geleid op het gebied van de geaccepteerde onderliggende overtuigingen van de samenleving; de bijzondere openbaring was nog steeds de hoogste waarheidsbron en kon alleen via een communicatie van God worden ontvangen. Dit was de basis van het Christendom. Maar nu, in dit nieuwe tijdperk, voelde de mens zich verplicht om zijn eigen intellect te volgen in plaats van de geopenbaarde waarheid. De aarde en de nadruk op de natuur werden het nieuwe dogma; wonderen, profetie en godsdienstige gebruiken vervielen werden nu afgedaan als bijgelovige zaken.

De rede wordt, in filosofisch verband, gedefinieerd als het vermogen om abstracte concepten te vormen en op basis van deze concepten te handelen, om informatie zonder emoties te reduceren tot de "rauwe feiten". Rationaliteit draagt de dubbele implicatie met zich mee van geordende gevolgtrekkingen enerzijds en van een begripsvermogen en verklarend vermogen anderzijds. Verlichting is min of meer de toepassing van rede en rationaliteit op zaken die voorheen werden geloofd, wat leidt tot een wijder, helderder denken.

Tijdens de Verlichting begon de wetenschappelijke revolutie en vonden verschillende vooruitgangen plaats in de nieuwe gedachtenscholen. Het dualisme, waarvan Descartes een voorstander was, stelde dat God (gedachte) en mens (natuur) twee afzonderlijke zaken waren. Baruch Spinoza introduceerde het idee van het pantheïsme: het idee dat God en het universum één zijn: “God is het volstrekt Oneindige, waaraan een oneindig aantal wezenskenmerken toekomt.” Mensen die in het Deïsme geloven, dat ook wel als de "godsdienst van de rede" wordt beschreven, wezen het Christendom af, omdat dit openbarende geloof mysterieus en onbegrijpelijk zou zijn. Gods openbaring, zo geloofden de Deïsten, was eenvoudig, logisch en onversneden, een natuurlijke godsdienst die altijd al had bestaan.


De Verlichting – Het Christelijke standpunt
De Verlichting was doorspekt met aanvallen op de belangrijkste Christelijke geloofsovertuigingen, de afwijzing van God en de ontkenning van wonderen. In een poging om zich van het mysticisme van de Middeleeuwen af te scheiden, werden het intellect en de minachtende geest tijdens de Verlichting door de mens toegejuicht. Men geloofde dat God onkenbaar was, als Hij al bestond, en dat er al zeker geen noodzaak bestond voor een Goddelijke communicatie of openbaring. De natuur was voldoende openbaring; de natuur toonde de mens alles wat men over God hoorde te weten. De mens was nu vrij om zijn eigen theorieën over het bestaan en zijn ideeën over de aarde en haar relatie tot de zon te postuleren.

Het ironische van deze periode is dat de mens op zoek ging en ervan overtuigd raakte dat hij verlicht was, maar dat hij de primaire waarheden miste die duidelijk voor hem zouden zijn geweest als zijn versteende hart ze niet had afgewezen. God heeft Zich inderdaad in de natuur openbaart: “De hemel ontvouwt de glorie van God; het uitspansel zegt: ‘Ik kom uit zijn handen.’ Elke dag opnieuw wordt dat verkondigd, elke nacht opnieuw wordt dat gefluisterd” (Psalm 19:2-3). De heerlijkheid van God wordt duidelijk in het werk van Zijn handen geopenbaard. Hij alleen schenkt ons wijsheid en kennis. Door af te wijken van de Bijbel, Gods Woord, als absolute waarheid heeft de mens allerlei theorieën ontwikkeld om de wereld om hem heen uit te leggen. Maar zoals 1 Korintiërs 3:19a zegt: “De wijsheid van deze wereld is dwaasheid voor God.”

God kan alleen met een gelovig hart worden gevonden. God heeft de mens geschapen met het vermogen om te denken, te ontdekken en te redeneren. Maar al onze zoektochten moeten bij God beginnen, zodat wij Hem erkennen als de Auteur van alle dingen en als de Ene met absolute macht en absoluut gezag. “De grondslag van de wijsheid is ontzag voor de HEER, iedereen die daarnaar handelt krijgt inzicht. Gods roem houdt stand, in eeuwigheid” (Psalm 111:10).


Leer meer!



Hoe kan ik God kennen?




Waarom zou God je in de hemel moeten toelaten?


Copyright © 2002-2021 AllAboutHistory.org, Alle rechten voorbehouden